88
‘Het gaat niet goed,’ zei Wouter. ‘Met Cocky en mij. Ik stik bijna met haar in de buurt. Ik wil weg.’
Irma voelde iets wat op hoop leek. ‘Wat bedoel je precies?’
‘Ik bedoel wat ik zeg. Het was een vergissing, ik had niet met Cocky moeten trouwen. Ze claimt me, ze stelt zich afhankelijk op, ik heb tegenwoordig twee kinderen voor wie ik moet zorgen. Daarom wil ik weg.’
‘Valt er dan niet over te praten?’
‘Praten met Cocky? Vergeet het maar.’
Irma wachtte op wat hij verder zou zeggen. Ze zag hem al thuiskomen in haar huis, slapen in haar bed, samen met haar aan tafel zitten. Ze durfde bijna geen adem te halen.
‘Er is nog iets,’ zei Wouter. ‘Ik heb een nieuwe vriendin.’
Ze zat daar maar als een zoutpilaar en ze wilde het niet horen. Er moest iets veranderen, haar stem had kracht nodig en haar oren konden beter een tijdje verstopt zijn. Ze probeerde zich af te sluiten voor de woorden die uit Wouters mond kwamen. Als ze geen antwoord gaf en geen vragen stelde, hield hij misschien op met praten. Hij zou toch wel zien dat ze onaangenaam getroffen was?
‘Luister je nog?’ vroeg Wouter. ‘Ik vroeg je wat.’
Ze schraapte haar keel. ‘Wat vroeg je?’
‘Of je me wil helpen met mijn plan. En ga alsjeblieft niet beweren dat ik beter eerlijk kan zijn tegen Cocky. Je kent haar niet, je weet niet wat die allemaal in haar hoofd zal halen om me tegen te houden. Het is beter als ik zo geruisloos mogelijk verdwijn en later kan ik dan wel laten weten waar ik zit. Veel later. Ik denk aan een paar jaar.’
‘Waar wil je naartoe?
‘Naar Australië.’
‘Naar Australië? Wat moet je daar?
‘Margriet achterna. Ze is vorige week vertrokken.’
‘Ze heet dus Margriet.’
‘Dat had ik al gezegd, maar je luistert niet goed. Heb je eigenlijk wel gehoord wat ik precies heb verteld?’ Hij sloeg zijn armen om haar heen. ‘Niet verdrietig zijn, Irma. We blijven vrienden. Forever and ever. Toch?’
Ze maakte zich van hem los. ‘Wat schiet ik daarmee op?’ Haar stem sloeg over.
‘Je weet dat ik nooit van plan ben geweest om me aan jou te binden,’ zei hij. ‘Het klinkt hard, ik weet het. Het is ook hard, maar het is de waarheid en ik heb je geen dingen beloofd die ik niet waar kon maken.’
‘Je houdt te veel van mij, je zou te bang zijn om me te verliezen. Zo is het toch? Of is het tegenwoordig anders?’
‘Het is anders. Geloof me, ik heb heel serieus overwogen om met jou verder te gaan. Ik heb talloze keren tegen mezelf gezegd dat ik dat stompzinnige angsthazengedrag eens moest laten varen. Toch deed ik niets, terwijl ik al snel nadat ik met Cocky was getrouwd besefte dat ik een fout had gemaakt.’
‘Je hebt een andere reden ontdekt die het onmogelijk maakt om voor mij te kiezen.’
‘Ja, en ik ontdekte die reden toen ik Margriet tegenkwam. Ze is stoer en onafhankelijk. Ze trekt zich niets aan van mijn stemmingen, ze laat me rustig een paar dagen in mijn sop gaarkoken als ze genoeg van me heeft. Ik heb heel veel moeite moeten doen om haar te krijgen. Dat is wat ik zoek, Irma. Een vrouw die ik moet veroveren en moet blijven veroveren. Een vrouw die me steeds het gevoel blijft geven dat ik haar wel eens zou kunnen kwijtraken. Zo’n vrouw ben jij niet. Je lijkt, als ik eerlijk mag zijn, toch te veel op Cocky.’
Irma schoof een eindje van hem af. ‘Dat weten we dan ook weer. Ik zou zeggen: verdwijn en neem het vliegtuig. Hoe eerder je weg bent, hoe beter. Maar doe het op een normale manier. Zorg dat je echtscheiding geregeld is, handel je zaken af, gedraag je fatsoenlijk.’
‘Ik zou het graag willen, maar jij kunt je niet voorstellen wat ik over me heen zal krijgen als ik open kaart speel met Cocky. Ik wil dus zonder strijd verdwijnen. En ik hoop dat jij me daarbij wil helpen.’
Ze stond op en liep naar het terras. ‘Ik heb het gevoel dat dit allemaal niet echt gebeurt,’ zei ze. ‘Dit kan niet waar zijn.’
‘Help je me, Irma?’
‘Sodemieter op.’
Ze ging naar het Grand Café en vermeed het om naar zijn kruk te kijken. Vince maakte zich zorgen om haar, omdat ze nauwelijks at en eruitzag als een geest. Ze viel in een paar weken tijd kilo’s af.
Wouter verscheen niet meer.
Ze dacht dat het voorbij was en ze schrok daarom hevig toen hij haar op een avond belde. ‘Ik wil je nog zo graag even zien, Irma. Ik vertrek vanavond. Ik heb je advies opgevolgd en open kaart gespeeld. Cocky weet dat ik wegga, maar niet waar naartoe. Ze wil er niets over horen. Wil je me naar Schiphol brengen?’
Ze zei eerst nee. Hij begon op haar in te praten en later smeekte hij. Toen gaf ze toe.
Ze reed hem naar Schiphol en hij vertelde dat hij naar Melbourne ging. Een vroegere collega van Margriet had daar een kliniek geopend voor mensen van Nederlandse afkomst die jaren geleden geëmigreerd waren en nu dementeerden. Hij kon aan de slag als psycholoog. Illegaal, dat wel. Maar hij was ervan overtuigd dat hij een werkvergunning zou krijgen als het nut van de kliniek eenmaal bewezen was.
‘Ga je wel geld sturen aan Cocky?’ vroeg Irma. Ze vond haar vragen te gek voor woorden.
‘Ik zal niet veel verdienen, de eerste tijd. Cocky heeft een goede baan, die kan uitstekend voor zichzelf en Camiel zorgen.’
‘Geef je zomaar je kind op?’
‘Ik zal wel moeten. Ik raak eraan gewend dat ik mijn kinderen moet opgeven.’
‘Ik begrijp het niet. Je was zo blij met hem.’
Hij viel haar in de rede. ‘Maak het niet moeilijker voor me dan het is, Irma. Dit is het beste, voor iedereen.’
‘Nee, voor jou,’ zei ze.
Hij laadde zijn koffer uit en gooide de achterklep dicht. Hij zette de koffer op het trottoir en liep achter de auto langs om haar gedag te zeggen. Ze gaf gas en zag in haar buitenspiegel zijn verbouwereerde gezicht. ‘Sterf!’ schreeuwde ze.